Regelmatig publiceert het Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde (TIG) artikelen over bijvoorbeeld het zelfherstel bij de mens. Men wijst er dan op dat een verkoudheid of misselijkheid veelal ‘vanzelf’ overgaat, of dat het lichaam een gebroken been of schaafwond zelf doet helen. Anderzijds is dit vermogen tot zelfherstel niet onbeperkt: het menselijk lichaam kan er niet een geamputeerd been of een goed werkend oog mee maken. Waar het bij zelfherstel op aan komt is, dat in het lichaam en de geest van de mens genezende krachten worden opgeroepen die de eigen gezondheid en balansherstel optimaal bevorderen. Een belangrijke voorwaarde is daarbij wel dat de patiënt goed meewerkt aan de door de arts of therapeut in gang gezette behandeling. Dit noemt men in vakkringen de ‘compliance’ van de zieke, oftewel zijn of haar therapie-trouw. Maar dat is een voorwaarde; het begrip zelfherstel slaat op iets anders.
Wat wel met zelfherstel wordt bedoeld, is dat de behandelaar ’levenskrachten’ in de zieke zal willen stimuleren die tot herstel van de zieke bijdragen. Immers, in de mens zijn voortdurend krachten aan het werk die bij een verstoring van het evenwicht aan het werk gaan om dat evenwicht zo snel mogelijk te repareren, dus om het gezonde leven in stand te houden of te herstellen. Denk bijvoorbeeld aan herstel bij een lichte voedselvergiftiging, heftige schrik of vermoeidheid na een lange fietstocht. Bij ziekteherstel zullen deze krachten extra sterk moeten werken. Je kunt daar tegenin brengen, dat dan een pilletje of kleine operatieve ingreep mogelijk net zo snel tot herstel zullen leiden. Dit zal best wel eens waar zijn, maar daarmee herstelt doorgaans niet de balans in het gehele menselijke systeem. En ook dan moet het lichaam nog het nodige ‘opruimwerk’ verrichten: het onschadelijk maken van eventuele bijwerkingen van een toegepast chemische middel en/of het doen genezen van een operatiewond.
Wat de arts of therapeut voor integrale geneeskunde daarom wil bereiken, is:
- dat ‘patiënten’ zo goed mogelijk begrijpt wat er bij hen aan de hand is,
- dat het gehele systeem van de patiënt (of van diens deelsystemen of functies als spijsvertering, motoriek, psyche, etc.) optimaal wordt geactiveerd,
- dat patiënten daardoor zelf (weer) greep krijgt op hun ziekteproces,
- dat in dit kader het inzicht van de patiënt maximaal toeneemt wat betreft de eigen ziekte en de mogelijke oorzaken of ‘besturing’ daarvan, en
- dat de patiënt heeft geleerd om de eigen gezondheidstoestand op de langere termijn te bewaken en te behouden.
Het volgen van een gezonde(re) leefwijze en een bepaalde mate van bewustwording spelen hierbij een belangrijke rol. Ook is dit natuurlijk niet los te zien van de sociale en fysieke omgeving(en) waarin deze mens leeft.
Enkele belangrijke ‘therapieën’ die bij bovenbedoeld zelfherstel in te schakelen zijn, ervan uitgaande dat deze worden toegepast door goed opgeleide artsen of therapeuten: voedingstherapie, homeopathie, acupunctuur (TCM), kruidenmiddelen, energetische therapieën, haptonomie, antroposofische geneeskunde en Ayurvedische geneeskunde. Deze opsomming is uiteraard niet volledig. Voordeel is wel dat er inmiddels veel ervaring mee is opgedaan.
Auteur: C.W. Aakster, medisch socioloog
Meer informatie: Roel van Dijk en C.W. Aakster, De wetenschap van zelfherstel. Tijdschrift voor Integrale Geneeskunde, TIG-2021-1 p 5-9.