De laatste jaren komt er steeds meer onderzoek naar de effecten van acupunctuur; dit wordt breder geaccepteerd sinds er ‘placebo-naalden’ kunnen worden toegepast. Dit zijn naalden die lijken te prikken, maar die de huid niet doorboren. Voor veel aandoeningen is inmiddels aangetoond dat acupunctuur helpt, beter of gelijk aan placebo of andere middelen, bijvoorbeeld bij depressie, hooikoorts, reumatoïde artritis (zie bijv. Wijzer naar Gezondheid of Hwa To)
In verschillende recente onderzoeken wordt een placebo-gecontroleerde opzet gecombineerd met hersenscans
Met PET-scans kon worden geconcludeerd of er endorfine vrijkwamen. Endorfinen verhinderen dat er pijnsignalen worden verstuurd. Mensen met fibromyalgie (en dus chronische pijn verspreid in het lichaam) werden behandeld met echte of placebo-acupunctuur. Hieruit blijkt dat niet alleen echte, maar ook placebo-acupunctuur op korte termijn de pijn verlicht. Dat verklaart dat in onderzoeken waarin alleen wordt gevraagd naar de mate van pijnbeleving de uitkomst geregeld neerkomt op ‘niet (veel) beter dan placebo’. Maar het blijkt dat er dan toch iets belangrijks wordt gemist. De hersenscans lieten namelijk zien dat de pijnverlichting bij de placebo-groep inderdaad werd veroorzaakt door een afname van vrije receptoren en dus een toename van de endorfinen. Maar bij echte acupunctuur treedt een tegengesteld effect op: het aantal vrije receptoren voor endorfine neemt juist toe.
In ander onderzoek is gevonden dat het stimuleren van geïsoleerde zenuwcellen direct leidt tot de toename van het aantal receptoren. Harris gaat ervan uit dat bij echte acupunctuur iets dergelijks gebeurt.
Dat zou betekenen dat acupunctuur de bron van de ziekte aanpakt: mensen met fibromyalgie hebben minder receptoren dan gezonde mensen. Daardoor zijn ze minder gevoelig voor endorfine en meer gevoelig voor pijn.
Ondersteunende resultaten werden verkregen uit onderzoek van Napadow, die 80 patiënten met carpaaltunnelsyndroom onderzocht. Direct na de behandeling rapporteerden alle patiënten vergelijkbare afname van hun klachten. Echte acupunctuur deed het dus even goed als placebo. Maar de onderliggende fysieke effecten waren heel verschillend. De echte acupunctuurgroep vertoonde meetbare verbetering van de snelheid waarmee de zenuwen informatie overbrachten. En alleen bij degenen die echte acupunctuur kregen bleef het effect langdurig in stand: ook na drie maanden hadden zij nog minder pijn.
Bronnen: